woensdag 8 maart 2017

DERTIGDAGENTIJD


Deze blog zal vooral in het teken staan van het bezoek van Paul in Uganda. Zonder meer omdat daar meer interessants gebeurt dan hier. Hier kabbelen de dagen langzaam door en weinig schokkende dingen. Niet dat er in Uganda schokkende dingen gebeuren, maar het is interessant om te zien dat onze missie lijkt te slagen. De missie die we voor ogen hadden met Paul bezoek (de apathie doorbreken) en voortgang stimuleren van wat we ooit begonnen zijn. Hij heeft nog dertig dagen dat mooi af te maken; ik nog dertig in afwachting.

GEEN VERVELING
Dat afwachten gaat zonder dat ik me een moment verveel. Het verbaast me dat er elke dag een lijst met dingen ligt waar ik aan moet beginnen en/of wat ik af moet maken. Soms benauwd me dat, vaak daagt het me uit en ik heb de illusie dat er ooit een eind komt aan al die lijstjes. Ik hoop het nog mee te maken.
Het jaarverslag over 2016 van de Cliëntenraad van Sociom, waarvan ik secretaris ben, is af. Daarmee rond ik waarschijnlijk ook mijn werkzaamheden daarbij af. In goed overleg met de directeur bestuurder, hebben we afgelopen jaar overleg gevoerd om medezeggenschap bij de organisatie beter/anders te regelen. O.m. met ook de inspraak van vrijwilligers. Bij Sociom, de grootste welzijnsinstelling in het Land van Cuijk, werken meer dan 250 vrijwilligers (naast 80 beroepskrachten en stagiaires). Het werkgebied omvat 32 dorpen en 1 stad (Grave) en er wonen 90.000 inwoners. De Cliëntenraad gaat over in een Raad van Overleg en Advies en daar komen minder leden in vanuit de oude CR. Aangezien collega’s graag doorgaan, lijkt het mij een goed moment om er uit te stappen. Zeker nu mijn laatste klus, het jaarverslag, is afgerond.
Komt er dan tijd vrij? Nee, want ik coördineer bij datzelfde Sociom het werk van de Taalcoaches van het Vluchtelingenwerk. Dat zijn er zo’n 25 en iedereen weet hoe weerbarstig de materie is om van mensen van buiten ‘medeburgers’ te maken. Taalonderwijs is daarbij een eerste stap. De Taalcoaches en ik hebben ook een nieuw project ontworpen om burgers van Boxmeer meer bij de statushouders (de mensen van buiten die in Boxmeer een woning hebben toegewezen gekregen) te betrekken én andersom. Voor dat project hebben we nu een ruimte gekregen (in het Jongerencentrum), professionele ondersteuning én een startsubsidie. Een pilot tot de grote vakantie en ik heb op me genomen dat voorlopig te coördineren en te helpen nieuwe vrijwilligers te vinden. Ik hoop dus dat deze klus van tijdelijke aard zal zijn.
Dat geldt ook voor de afronding van de twee levensverhalen. Het verhaal van Tineke van 89 uit Haps en het verhaal van Dora van 88 uit St. Anthonis. Dat beide dames op leeftijd zijn, legt soms een enorme druk op deze fase en zeker toen Tineke in het ziekenhuis terecht kwam, was ik even bang dat haar leven eerder zou zijn afgelopen dan haar verhaal. Enige spoed is dan ook wenselijk en ik heb me voorgenomen de klus voor de Pasen te klaren. Nog bijna veertig dagen.
En dan moet ik eigenlijk ook nog eens wat aan de tuin gaan doen.

met de moeder van Anneke in de tuin

CARNAVAL
De dolle dagen zijn aan me voorbij gegaan. Ik ben bijna angstvallig binnen gebleven en zelfs het wereldvermaarde ‘Metworstrennen’ heeft me niet kunnen verleiden. Beelden van deze en andere gebeurtenissen, heb ik via lokale radio en tv tot mij laten komen – om te kunnen meepraten – maar verder was ik erg blij dat die dagen voorbij waren.
Ook omdat carnavaleske vrolijkheid niet altijd echt vrolijk is. Bij het uitlaten van de honden stoot je op lallende stellen en groepen en je moet maar afwachten hoe ze op je reageren. Op maandag bij de wandeling in de avondschemering (meestal ga ik wandelen als de Sport begint op 1, ben ik voor DWDD weer terug). Tref bij het kerkhof een grote (zeker 20) luid zingende en brallende jongeren aan. De liederen zijn van het (verboden) soort dat bij Ajax hoort. Als ze ons in de gaten krijgen gaat het repertoire over – kan ook puur toeval zijn – in: “Hij heeft (of is?) een hondenlul” (6x 6 x). We stappen dapper door. Polla en Castor kijken schichtig en angstig achterom. Vooral Castor; hij voelt zich duidelijk aangesproken, zeker omdat hun tempo hoger ligt dan het onze. Ik besluit een zijstraat in te schieten.
De Carnavalsdagen ook even, met Yong-Han op bezoek geweest bij mijn broer Kees in Venlo. Bij hem was onlangs een tumor in een nier ontdekt en de beste optie leek die nier dan maar te verwijderen. Dat was net voor die dagen gebeurd. Met succes en het herstel verliep en verloopt uitstekend. Mooi is dan Yong-Han te horen vertellen over de 2 dingen die nu een groot deel van zijn leven bepalen: het contact met zijn Moeder en de reis naar Florida. Het is jammer dat zijn Moeder nu al 3 weken niet op zijn brief gereageerd heeft, maar we hebben hem steeds voorgehouden dat hij geduld zal moeten hebben. Dat geldt ook voor de reis naar Amerika, maar dat is aanzienlijk concreter. De vliegtickets zijn binnen, de optie op een auto ;ligt bijna vast en nu de hotelletjes nog. Ja, en natuurlijk de keuze van de pretparken. We hebben besloten Paul daar niet bij te betrekken. Had hij maar thuis moeten zijn. Zo is dat.

IN ACTIE
In de voorbije weken zijn de leerlingen van het Elzendaal College in Boxmeer gestart met hun actie voor KisoBOKa. Dat doen ze nu al voor het 4de jaar en dit jaar proberen we met hun hulp de computerschool weer van start te krijgen. Tijdens een les heb ik uitgelegd wat we in Jinja deden en doen en we hebben via Skype, live contact gehad met Paul en Fred. Was voor de leerlingen een hele ervaring en we gaan dat ook zeker herhalen. Morgen moet ik weer heen om concrete afspraken wat we op de ‘Goede Doelen Avond’ gaan doen, welke acties en hoe we aan zo veel mogelijk geld komen.
Ik ben ook gestart met de ‘wijwaterbakjesacties’. Om een of andere mysterieuze reden, staan de ruim 200 wijwaterbakjes nog steeds onuitgepakt op de gang. Eerder hing deze verzameling – waar ik best trots op ben – op onze slaapkamer. Na terugkeer, besloten we ze boven op de gang te hangen; daar zouden ze beter uitkomen.
Daar waar de herinrichting van het huis – al weer 2½ jaar geleden – uiterst snel en efficiënt is gebeurd, is het op een of andere manier bij de bakjes gestopt. Het gevoel dat het dan definitief zou zijn. nooit meer terug en een tijdperk afgesloten. Het een na laatste bakje heb ik gekocht in Frankrijk en toen beloofd dat dat de eerste zou zijn die ik weer op zou hangen. Dat heb ik ook beloofd, bij de laatste aanwinst uit Rome. En nu is het er van gekomen.

Tenslotte nog 2 kleine nieuwtjes: vorige week was Polla vreselijk ziek. Zee gaf alles over, tot 3 keer toe, ze at niet meer en bleef me alleen maar onwerkelijk en hopeloos aankijken. Ik voelde me echt hopeloos en alleen. Ze wilde niet mee wandelen en dus wilde Castor ook niet, d.w.z. die wilde na 500 meter terug naar huis en daar was niets tegen opgewassen. Dan is het fijn dat je lieve buren hebt, die met je meeleven en je geruststellen dat dat wel eens voorkomt bij honden, waarschijnlijk iets verkeerds gegeten, een pepertje misschien?
Toen Jan de volgende dag kwam om met Castor en Polla te gaan wandelen was Polla al weer aardig op dreef en gisteren met Jan en Rita naar de bossen: helemaal door het dolle heen.
Met Irmine. Lisette en Isara naar de dierentuin in Overloon geweest. Dan zie je dat je echt niet naar Afrika hoeft voor de wilde dieren. Zitten gewoon naast de voordeur.

Leeuwen in ZOO PARK OVERLOON

ONDERTUSSEN IN UGANDA
Als Paul er op 15 februari aankomt, is het in Uganda flink warm en er is nauwelijks regengevallen, hoewel het volop regenseizoen zou moeten zijn. Op het terrein van Balidhabene, de oude catering-opleiding van Alba, waar hij verblijft, wordt volop verbouwd. De dochter van Alba (Aulira), die het pand nu beheert, heeft grootse plannen. Het moet een ‘Italiaans resort’ worden. Paul heeft er, in zijn eigen huisje, geen last van en kijkt op afstand naar de strijd tussen moeder en dochter, die duidelijk van mening verschillen over de toekomst. Maar Alba is er veel niet en gaat waarschijnlijk ergens anders wonen.
In de eerste dagen zijn er problemen met de bank. Hij kan geen geld opnemen want de regels zijn veranderd. Hij moet ‘ingezetene’ zijn van het land. Dat wordt via Paul Okello snel geregeld die hem graag inschrijft als inwoner van Makenke (“This  is were you belong”). Dat thuis gevoel krijgt hij ook overal waar hij komt en het gerucht dat hij terug is verspreid zich als een bosbrand. In de wijk is weinig veranderd. Honderden vrouwen stoken nog steeds (illegaal) jenever en de mannen - en niet alleen zij - worden er dronken van.

Jeneverstokeij

De tweede dag al, heeft Paul een ontmoeting met Sharifa van Tusaidiane, directeur van de organisatie die voor KisoBOKa een adviesrapport uitbracht over hoe het verder zou moeten. Later noemt ze hem – in een mail naar mij – “An interesting man”. Ze was verrast dat we nog contact met haar opnamen, omdat we over de uitvoering van het rapport nogal van mening verschilden. Met Paul afgesproken haar later nog eens te consulteren over zijn bevindingen. Daar is ze graag toe bereid.
In de eerste dagen gesprekken met Thomas en Remco.  Deze laatste (de penningmeester) voelt zich wel deel van het bestuur maar vindt dat er teveel van hem verwacht wordt. “Ze moeten het zelf doen”. Daar heeft hij gelijk in, maar het is niet de meest opvallende eigenschap van de meeste Ugandezen: zelf initiatief nemen. Het is een van de missies van Paul: dat te stimuleren.
Paul geniet van zijn ‘thuiskomst’ in Makenke en ontmoet veel bekenden, spreekt met Lydia en Peruth (verantwoordelijk voor het rehabilitatieprogramma) en wisselt uitvoerig van gedachte met Paul Okello, die weer zeer dankbaar is voor zijn nieuwe leesbril.
Hij ontmoet Anneke, die in Jinja een restaurant runt en luncht met father Picavet, die zich in Uganda weer helemaal thuis voelt.
Met Bakali, onze trouwe huisvriend, verkent hij het traject van de mogelijke trein. De regering heeft het plan opgevat een spoorweg aan te leggen, dwars door deze slums. Een trein die van Kampala naar Jinja komt – met dat traject zijn ze al bezig – en nu doorgetrokken wordt naar Kamuli. Er gaan zelfs geruchten dat in Makenke het station van Jinja komt. De lagere school – net met twee nieuwe lokalen uitgebreid – zou moeten verdwijnen, de gemeenschapshal en de Middelbare Meisjesschool. En honderden hutten. De mensen is compensatie beloofd, maar daar heeft niemand vertrouwen in. Het Centrum ontspringt waarschijnlijk de dans.

de route van de trein; het centrum ligt halverwege de linkse weg
De eerste geplande bestuursvergadering gaat mooi niet door. Paul Okello zit op het politiebureau vanwege een landkwestie met de school, waar hij voorzitter van het bestuur is. Twee andere bestuursleden zijn uit solidariteit met hem ook op het bureau. Met een kleine delegatie worden de taken van Paul besproken en prioriteiten opgesteld. Thomas – nu nog voorzitter maar beoogd ‘Operating Manager’ heeft zijn baan als directeur van de Lagere School nog niet opgezegd omdat hij “zekerheid wil hebben dat het bestuur in Nederland met zijn benoeming instemt”. Paul heeft hem duidelijk gemaakt dat zijn benoeming een zaak is van het lokale bestuur en hij heeft beloofd het voor het einde van de maand te regelen. De bouw wordt geïnspecteerd en er zijn wat kleine gebreken als een lek in het vrijwilligershuisje (verschoven dakpannen) en een afbrokkelende muur bij de poort. Bakali krijgt opdracht dat te herstellen.
Er zijn nog geen nieuwe activiteiten. Er worden plannen gemaakt de komende maand te starten met cursus tailoring en hairdressing. Er zijn cursisten die daarvoor al betaald hebben en de materialen zijn aanwezig. Ook komt er snel een plan in ieder geval het kantoor te herstellen. Nu wordt daarvoor het vrijwilligershuisje gebruikt.


Paul krijgt inzicht in hoe het ‘geitenproject’ verloopt. In het verleden hebben 10 gezinnen een bok en een geit gekregen en de eerste lammeren moeten afgedragen worden aan de NGO, die deze dan opnieuw weer uitzet. De ‘boekhouding’ blijkt slecht op orde. De geit bij het huisje van de jongens heeft ‘geproduceerd’ en de daaruit geboren stoere ram heet PAUL!
Er wordt hard gewerkt aan nieuwe projectplannen. Dat is toch vaak erg lastig, omdat de stroom uitvalt of er geen internet is. Duidelijk is dat het bezoek van Paul weer nieuwe energie geeft. Hij hoort de nieuwtjes en de roddels en raakt weer vertrouwd met wat daar zo anders is als hier.

“ Een verhaal van gisteren avond bij het eten van de heerlijke cake. Het onderwerp ging over het gedrag bij Ugandezen bij een ongeluk en  dat ze daar bij ook dingen kunnen stelen van het slachtoffer. Een van de gasten een Ugandees en goede prater vertelde over een televisie rapportage van een dodelijk ongeluk in Kampala en ze hadden een interview met een boda boda driver. Hij had het lijk naar het mortuarium gebracht en de familie ingelicht met de telefoon van het slachtoffer. Hij vertelde hen de situatie en dat het lijk daar is. But don’t forget this telephone is mine now!
Gebruik maken van de situatie, goed werk, stelen???? Zo maar even een Ugandees verhaal.

Paul geniet van de vele ontmoetingen met de jongens van de straat in de stad, met ex-straatjongens, maar het maakt hem ook weel verdrietig dat er voor velen in 9 jaar tijd niets is veranderd. Hij ontmoet enkele oud collega’s en Mirabu, die onze huishouding deed en heeft zelfs Jacob aan de lijn, onze eerste housekeeper.
Met Mirabu en zoontje
Op veel van die bezoeken wordt hij vergezeld door Fred en Mukadas (onze chauffeur) en Fred komt ook regelmatig langs om hem gezelschap te houden. Fred is er ook bij als ik met de leerlingen van het Elzendaal College een Skypeverbinding met Uganda tot stand breng. Met zijn paar Nederlandse woordjes verovert hij de harten van de leerlingen. Dat vraagt om een vervolg.
Paul spreekt uitvoerig met Peruth over de opvang van de jongens. Best lastig omdat ze soms weer weglopen en denken het bij een andere organisatie toch beter te krijgen. De in onze jaren opgezette samenwerking tussen de diverse organisaties functioneert blijkbaar niet meer. Paul is van plan dat nog uit te zoeken. Prioriteit heeft nu het eigen programma, dat niet optimaal functioneert. Dat komt voor een deel door het zwangerschapsverlof van Peruth. Anderzijds is er ook gekozen voor de gemakkelijke weg: stuur ze maar naar de (lagere) school. Maar wat komt er dan terecht van ons ’10-stappenplan’ en is het naar school laten gaan, niet in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de ouders? Een gesprek dat zeker wordt voortgezet.

Aan het einde van de tweede week heeft Paul de beschikking over ‘onze’ auto. Wij hebben die (een 8 persoons busje) achtergelaten om gebruikt te worden door de NGO. Er zijn nogal wat mankementen aan het ding gekomen en hij stond al maanden stil. We hebben hem op laten knappen en hij is weer op de weg. Paul gebruikt hem vooral voor ritjes buiten de stad en in rond Jinja laat hij zich vervoeren door een ‘boda-boda’, de lokale brommertaxi.
Ter voorbereiding van een nieuwe bestuursvergadering neemt hij met Paul Okello en Thomas de belangrijkste knelpunten door. Zo blijkt dat alle contracten met de werkers verlopen zijn en niemand een nieuw contract heeft. De groep ‘healthworkers’ heeft onenigheid over een zoekgeraakte lening van 3 miljoen en bestuursleden klagen over het gebrek aan vergoeding. De weekend-matron blijkt er vaak niet te zijn of steelt het eten dat voor de jongens bestemd is en zo zijn er veel grote en kleine problemen.
Paul is niet uitsluitend en de hele dag met die probleempjes bezig. Hij geniet regelmatig van de zon in de tuin of aan het zwembad en gaat met regelmaat bij vrienden op bezoek. O.a. bij Bakali die in deze dagen een tweede dochter krijgt. Hij werkt af en toe in de tuin van Aulira (zaadjes heeft hij meegenomen) en geniet van de goede zorgen van de meiden van het huis. Al in de eerste dagen heeft hij besloten niet zelf te koken en Aulira gevraagd om samen met haar te eten. Een goed plan en nu koken ze regelmatig samen.
Hij heeft samen met Aulira een bezoek gebracht aan de tuin van het kinderziekenhuis, een juweel van een tuin, waar alles groeit en bloeit en geurt. Ooit hadden we het idee ook een dergelijke tuin in Makenke te starten en wellicht wordt dat plan nog eens gerealiseerd. Dat de tuin er nu zo goed bij ligt komt ook doordat er die week flinke buien zijn gevallen. Weliswaar kort maar het is voor veel mensen (vooral vrouwen) het sein om de schop uit de hut te halen en de gaan spitten. De hoop dat er toch nog een regenseizoen komt, groeit met iedere bui.

De derde week begint met een goede bestuursvergadering met bijna het voltallige bestuur. Er worden veel besluiten genomen. Het belangrijkste besluit is dat ieder bestuurslid de verantwoordelijkheid op zich neemt voor een van de projecten. Paul benadrukt het belang van goede communicatie met Nederland en het belang uit te zien naar selfsupporting. Twee bestuursleden hebben daartoe een training gevolg georganiseerd door Wilde Ganzen. Die moet ertoe leiden dat ze meer gebruik gaan maken van bronnen in eigen land, meer projecten op te zetten die geld opbrengen en minder afhankelijk worden van donoren in het buitenland. De deelnemers krijgen gedurende het jaar begeleiding en er komt nog een follow-up training. In het bestuur is de herbouw van het kantoor besproken, de hernieuwing van de contracten, de ontmoeting met de jeugd en de gezondheidswerkers en het contract met Thomas is getekend.

In die week heeft Paul enkele verwante projecten bezocht. Het project van Harid, die in van de slums in de buurt probeert verwaarloosde kinderen te helpen. Hij geeft workshops en trainingen en zijn werk breidt zich steeds meer uit. Hij noemt Paul en Willem ‘zijn redders’ en Paul kent hem met name van zijn begin tijd. De naam van zijn Stichting is ook duidelijk verwant aan KisoBOKa (het is mogelijk). Zijn project heet ‘Tusobola’ en dat betekent: ‘we kunnen het’. Hij krijgt een deel inkomsten uit zijn meubelmakers-werkplaats en hij wordt gesteund door Belgische vrienden, die hij heeft ontmoet tijdens de City-tour (een initiatief van KisoBOKa). Zo werkt er nog van alles door en liggen er zeker nog kansen voor samenwerking.
Naaiklasje bij Tusdobola
Ook bijvoorbeeld met Luuk Eickmans, een Nederlander die een succesvolle onderneming heeft in Jinja en met zijn project ‘Bike4work’ allelei projecten opzet waarin de fiets centraal staat. Veel wijkverpleegsters in de dorpen, maken gebruik van zijn fietsen. Hij organiseert ook fietstochten voor toeristen o.a. naar Soweto en Paul gaat nu kijken of ook een tocht naar Makenke mogelijk is, inclusief workshops op het Centrum.

Hoogtepunt in die week was het bezoek aan het dorp van Bakali. Die woont ergens in de bush-bush zo’n 80 km van Jinja. Aanleiding voor een bezoek daar was het presenteren van de nieuwe dochter van Bakali en Sarifa en daar vragen naar haar naam. Maar Paul wilde ook Bashir ontmoeten die we jarenlang via het Schoolfonds hebben gesteund. Hij is echter uit Jinja weg gevlucht omdat hij wordt beschuldigd van  doodslag toen hij een groep mensen op straat heeft aangereden. Hij gaat nu proberen in het dorp een nieuw bestaan op te bouwen en was dolblij met de gereedschapskist, die we ooit ontvangen hebben van ‘Vraag en Aanbod’ in Nederland. Het reisje was ook een hernieuwde kennismaking met de Bakali-familie, waar we in het verleden wel vaker geweest zijn. Paul was diep onder de indruk van de armoe en het ontbreken van vooruitgang en voorzieningen. Ze serveerden het beste maal wat ze konden voorzetten: gebakken mieren.
In zijn eigen woorden:

Dorp Bakali geweest, de auto heeft het goed gehouden. Je moet water goed in de gaten houden en bijvullen. De hele familie mee en Bakali in volornaat moslim mee. De familie bij elkaar. Achter Kakira werden we gestopt door de politie. Mukadas zou in gehaald hebben waar dat niet mocht en ze zouden de auto in beslag nemen voor 2 dagen en 100000sh als bon. Uit eindelijk heb ik me er mee bemoeid en kwamen weg met “lunch” 50.000sh. Ze waren met te veel  om anders weg te komen en ik had geen zin om allerlei toestanden te krijgen. Dus rustig verder getuft. De weg naar het dorp is droog en je wordt weer eens op de feiten gedrukt hoe armzalig het leven op het platteland is. Als er geen regen is kun je ook niet op het land werken en verder is er niets te doen. De broer van Bakali heeft 5 kinderen dus ik zei dan kunnen die straks goed diggen, maar ja dan moeten ze ook meer eten. We werden hartelijk ontvangen en als snack 2 grote borden met gebakken mieren. Bij geklets en rondgehangen. Ik vind het wel relaxed, het tempo in het dorp is laag. De dochter moest nog een naam hebben en dat was ook een reden om naar het dorp te gaan. De familie  zit dan bij elkaar om de naam te geven. Het werd de naam van oma: Halituwa,  wat betekent “god zal geven”. Bashir was blij met zijn toolbox. Het  duurde even voor hij door had wat er allemaal in zat. Behoorlijk wat en goede dingen. Een goede lunch en hartelijk afscheid. Rond 5 uur weer thuis , een mooie dag.


Bakali (2de r) in vol ornaat. Linkls van hem zijn vrouw. De anderen zijn broers en zussen
Het afgelopen weekend heeft Paul bij vrienden in Entebbe doorgebracht en daar heerlijk gerelaxt in hun prachtige huis aan het Victoriameer. Hij heeft echter ook de nodige tijd doorgebracht in het ziekenhuis, waar Maarten is opgenomen met een bacteriële infectie op en in zijn benen. Dat betekent bloedaders vernieuwen en huidtransplantaties en dat gaat nog maanden duren. Anders dan bij ons wordt de niet direct medische zorg niet door het ziekenhuis verstrekt. Dus Paul en Willemien hebben thuis soep voor hem gemaakt en zelfs zuurkool. Hij heeft toegezegd dat hij daarvan op gaat knappen!

Voor de komende week staan gesprekken met de gezondheidswerkers op het programma, gesprek met het district om de NGO-papieren in orde te krijgen, werken aan het overzetten van de registratie van het busje naar de NGO en uiteraard weer veel mensen ontmoeten in de wijk. Zij zijn tenslotte de ogen en oren die het bestaansrecht van het Centrum moeten aangeven en hoe dat opnieuw tot leven moet komen. Paul draagt daar een behoorlijke steen aan bij en hij is nog niet op de helft!

En wij komen de tijd ook wel door. Wat zal ik blij zijn als de verkiezingen voorbij zijn. Een echte overkill aan informatie en flauwe kul. Voor mij staat de keuze vast. Ik heb Emiel als verslaggever bij de BLOS (Boxmeerse Lokale Omroep Stichting) vanaf zijn entree in de plaatselijke politiek gevolgd, vele pittige en prettige gesprekken gevoerd en veel pilsjes samen gedronken. Na Raadsvergaderingen en andere ontmoetingen. Hij is ons ook in Uganda trouw blijven volgen – Paul heeft nog met hem getennist -  en we zien elkaar nog regelmatig. Hij krijgt mijn steun en dan maar afwachten wat dat oplevert. 





maandag 20 februari 2017

DE WEG NAAR DE HEL OF NAAR ROME


Van de eerste zeggen ze dat hij geplaveid is met goede voornemens (die dan niet uitgevoerd worden), van de tweede dat hij niet op één dag is aangelegd (een pleidooi voor geduld). Ik heb de afgelopen weken tussen beide gezegden op en neer gezweefd. Wel of niet weer een blog beginnen en wanneer dan wel of niet. Vandaag de knoop doorgehakt: hij is er weer.

Daar is ook wel een beetje reden voor. Mijn laatste blog was enige tijd na mijn 70ste verjaardag en er is ondertussen wel het een en ander gebeurd. Dat ik niet ga terughalen. Dat stukje naar de hel ligt er en de toekomst bouwt op zijn verleden. We komen het wel weer tegen. We zijn in 2017 beland en dat beloofd een interessant jaar te worden. Het had een interessante start in Rome en de kans is groot dat er dit jaar nog wel meer gereisd gaat worden. Maar niet alleen de reizen zijn interessant, maar meer nog de motieven en wat er aan ervaringen neerdaalt in het dagelijkse leven.

Er zijn mensen die naar nieuwsgierig naar zijn, die daar in mee willen leven en graag op de hoogte blijven van hoe het reilt en zeilt in ons Boxmeerse leventje. Het is een voorrecht deze mensen te hebben. Met hen van tijd tot tijd dat leventje te mogen delen en het biedt jezelf de kans er zo nu en dan over te reflecteren en ervaringen uit te wisselen.

OPENBAAR MUSEUM
We hadden ons na onze terugkeer uit Uganda voorgenomen de komende jaren de Europese hoofdsteden te bezoeken. In het eerste jaar (2015) bezochten we Lissabon en Oslo en vorig jaar Madrid. Een tweede stad zat er niet in, omdat Paul naar Uganda ging. Maar het voornemen bleef en we wilden niet verdwalen op weg naar de hel. Een probleem met deze uitstapjes zijn de honden. In het verleden gingen die dan bij vrienden in Beugen logeren, maar die hebben sinds enige tijd katten. We zijn dus enige tijd geleden op zoek gegaan naar een oppas. Die hebben we gevonden in Hannah, een vrouw uit Milheeze, die bereid is op het huis en de honden te passen. Zij en Castor en Polla zijn na enige ‘proefdagen’ aardig aan elkaar gewend en we laten huis en honden dan ook met een gerust hart aan haar over.

 Vijf dagen naar Rome. We hebben alle hoogtepunten wel zo’n beetje gezien: het Colosseum, Villa Borghese, Pantheon, Vaticaans Museum, de Sint Pieter en alle bekende pleinen en kerken. Maar het mooiste is toch gewoon rondslenteren in de stad. Het is één openbaar museum met zijn pleinen, fonteinen, kerkjes, marktjes en dat alles al honderden jaren. Het was koud in Rome. De fonteinen waren bevroren en er waaide enkele dagen echt een gure wind. 
















Er waren echter ook dagen dat er een zwak zonnetje scheen en we lekker op een terrasje aan de Tiber koffie konden drinken. Dat hebben we veel gedaan en dan valt op dat je op de ene plek € 1.50 voor een lekkere cappuccino betaald en op een andere € 6.00 en dan hebben we de dure terrasjes op de grote pleinen nog gemeden.
We hebben uitstekend gegeten in kleine restaurantjes in de buurt van het hotel. Op Paul z’n verjaardag – mede aanleiding om naar Rome te gaan – zaten we in een restaurant waar ze bijna uitsluitend sateetjes serveerden van lammeren uit een bepaalde streek in Italië. We kregen als voorgerecht een klein veilingkistje op tafel met allerlei worsten, kaasjes en ei. Heel bijzonder. 



Dat was ook de avond in een Ethiopisch restaurant, waar ze de maaltijden serveerden op grote (beetje zurige) pannenkoeken. Heel authentiek en lekker.
Het was de derde keer dat we in Rome waren, maar eerdere keren waren we er meer op 'doorreis'. De eerste keer in 1982 toen we terugkwamen van onze eerste, gezamenlijke Afrikareis. Toen hebben we ook de Paus ontmoeten; konden we nu dus overslaan. De tweede keer was met een groep jongeren op weg naar Afrika. Niet veel gezien toen. Nu wel.



Alle discussies over onze identiteit, de islamisering en cultuur, krijgen weer een extra lading als je de ‘eeuwige stad’ bezoekt en we weten ons weer gewapend. Kortom een goede start van het nieuwe jaar en weer een stad van ons wensenlijst afgestreept. Nog 24 te gaan. Nog 24 jaar?

BIJ LEVEN EN WELZIJN
Dan zou ik de leeftijd van mijn moeder moeten bereiken en moeten we Brussel maar tot het laatst bewaren. We zien wel en tot nu toe gaat het met de gezondheid redelijk. De nierfunctie is weer toegenomen en ook de suikerziekte is onder controle en daarvoor nog geen pillen of prikken nodig.

De aanhoudende darmproblemen – al vanaf mijn terugkeer uit Uganda in september 2015 – krijgen we maar niet onder controle. Er zijn al vele onderzoekjes geweest en al veel diagnoses op los gelaten, maar zonder al te veel resultaat. Een glucose- en lactose- intolerantie? Weken een aangepast dieet gevolgd maar weinig verandering in het ontlastingspatroon. Doorverwezen naar het Radboudziekenhuis in Nijmegen want er zouden ‘aanwijzingen’ zijn van een bacterie in de darmen. Dus weer nieuw onderzoek. Weer niets aangetroffen, maar zei de dokter: “We doen alsof  ze er wél zijn”. En dan zouden ze vernietigd moeten worden met een intensieve kuur van 6 pillen. Binnen 4 weken moet er dan resultaat zijn. We zijn halverwege, maar het ziet er niet echt hoopvol uit. Opnieuw een darm scopie?

Diezelfde dokter, een darmspecialist, moest ook adviseren over een aandoening in de keel. Het is toch allemaal hetzelfde systeem? Reeds 2 x eerder is bij mij het ‘divertikel van Zenker’ vastgesteld. Een uitstulping van de slokdarm in de hals. Ik ben er al 2 x aan geopereerd: in 1997 en opnieuw 10 jaar later in 2007, net voor we naar Uganda gingen. En nu is dat ‘zakje’ weer terug en het vervelende is dat er van tijd tot tijd eten in blijft hangen. Deze keer is het echter (nog) zo klein dat de dokter adviseert het nog maar even af te wachten.
Dat moet Paul ook. Hij heeft last van een toenemende doofheid, die wellicht iets te maken kan hebben met zijn eerdere operatie. Daarom gaat hij ook maar niet in op al die geweldige reclames, die je gouden oren beloven. Nader onderzoek in Nijmegen, leek hem de beste optie. Daar kom je echter al niet meer op een wachtlijst. Hij staat – nu al 3 maanden – op een reservelijst van de wachtlijst en de verwachting is dat hij de komende maanden (met stip?) de wachtlijst binnenkomt en dan een oproep krijgt voor ‘in de loop van dit jaar’. Ja, je hoort het goed.

PAUL NAAR UGANDA
In de laatste blog was er al sprake van. Dat de ervaringen van het bezoek van Jos en Paul om nadere maatregelen zouden vragen. Die hebben we ook getroffen o.m. door een extern onderzoek te laten uitvoeren door een Ugandees-Nederlandse organisatie. Hun belangrijkste conclusie was dat er duidelijk bestaansrecht is voor Bulikimu KisoBOKa: er is behoefte in de gemeenschap aan educatie en versterking van eigen kracht, straatkinderen verdienen een nieuwe kans en er is grote bereidheid met de NGO samen te werken. Op basis van die conclusie staan er dan 14 aanbevelingen in het rapport, waarvan de meeste gingen over de organisatie. Het bestuur in Nederland vond het niet zo interessant hoe je het organiseert, maar was er meer in geïnteresseerd wat er kon gebeuren. Het bestuur heeft aangedrongen op een snelle herstart en de benoeming van iemand die daar verantwoordelijk voor zou zijn. Dat is de voorzitter geworden, die daarvoor zijn baan op St. Matia Mulumba (een lagere beroepsopleiding van het Bisdom Jinja) zal gaan opzeggen. Hij gaf aan dat een tijdelijke ondersteuning van Paul erg welkom zou zijn en inmiddels is Paul een week in Uganda. Hij heeft in de afgelopen dagen al heel wat mensen gesproken en dat is ook de eerste stap: eerst maar eens horen wat iedereen vindt en op basis daarvan onderzoeken wat er op korte termijn zou kunnen. Deze week heeft hij gesprekken met het bestuur en met Thomas en zo zal er wel een schets komen van wat prioriteit heeft. In ieder geval een gedeeltelijke herbouw van het centrum, want nu wordt ‘kantoor gehouden’ in het vrijwilligershuisje en dat moet snel zijn oorspronkelijke bestemming terug krijgen. We zijn daar al over in gesprek met een Nederlandse organisatie.

Paul woont bij de dochter van Alba, onze Italiaanse vriendin, en zij heeft de plek over- genomen. Zij wil er graag een Italiaans restaurant van maken en het gasthuis uitbreiden. Paul heeft een eigen huisje en kan zelf koken maar hij schuift ook graag bij Aurelia en Alba aan. 



Net zo gemakkelijk. Hij heeft al een groot aantal vrienden ontmoet o.a. father Picavet, Mukadas, Fred en Bakali (die zijn tweede kind verwacht) en hij heeft het goed naar zijn zin. Maar hij laat ook uitdrukkelijk weten dat de omstandigheden in het land erbarmelijk zijn. In januari moeten normaal veel regens vallen, maar die zijn uitgebleven. Het land is droog en mensen halen niets van hun tuintjes. Op de markt stijgen de prijzen en de situatie lijkt met de dag hopelozer te worden.

We hebben iedere dag contact. Paul maakt een kort verslag en iedere avond bellen (appen heet dat tegenwoordig?) we en het is bijzonder leuk te zien dat Castor en Polla dan uitdrukkelijk de oren splitsen om te horen wat het baasje te zeggen heeft. Ze missen hem en de eerste dagen liep Castor naar boven om daar te huilen als een wolf. Erg aandoenlijk, maar ze zijn er inmiddels aan gewend….nog maar 5 weken….

NAAR AMERIKA
Vorig jaar liet Yung-Han, onze pleegzoon, na zijn vakantie in Tenerife weten dat hij volgend jaar wel eens wat verder weg op vakantie wilde. Liefst met ons “Want nu kan het nog, maar Willem wordt natuurlijk wel een dagje ouder”. Dat zei hij niet tegen ons, maar tegen vrienden. En waarheen dan wel? Naar Korea, want daar zou de natuur zo mooi zijn. We hebben hem uitdrukkelijk gevraagd of hij zijn moeder zou willen opzoeken, maar dat ontkende hij en hij huiverde zelfs bij de gedachte daar aan. Toen we hem voorgerekend hadden dat het toch een dure vakantie zou worden (ook voor ons!) zag hij van die bestemming af en hij vond Amerika ook wel een goed idee.

We spraken af dat we het er over zouden hebben na onze vakantie in Kroatië, die toen nog voor de deur stond. Die vakantie is, overigens, prima verlopen, al zijn we wel eerder teruggekomen, omdat mijn rug het begaf. De ouderdom, komt, inderdaad met gebreken en daar heeft Yung-Han gelijk in. Gedurende onze vakantie, hebben we het er wel over gehad waar zijn plotselinge belangstelling voor Korea vandaan kwam en of het toch niet goed zou zijn hem op de hoogte te brengen van het bestaan van zijn moeder. Die had zich 10 jaar geleden gemeld maar wij vonden het toen beter dat contact even af te houden omdat het toentertijd vrij slecht met Yung-Han ging en hij leed aan psychoses en enige tijd is opgenomen. We hebben dat toen wel aan zijn moeder laten weten met het bericht dat we niet uitsloten dat in de toekomst……

Enige maanden geleden hebben we het Yung-Han verteld en hij was meteen dolgelukkig. Hij was erg trots met haar foto en hij wilde met haar in contact komen en meer van haar te weten komen. Het heeft enige moeite gekost haar weer op te sporen, maar inmiddels zijn de eerste contacten gelegd. Zij heeft nieuwe foto’s gestuurd en hij kreeg een brief van zijn halfzus want zijn moeder is later hertrouwd. Haar dochter heeft kinderen dus Yung-Han is ‘oom’ en daar is hij bijzonder fier en gelukkig mee.

De contacten zijn nog pril en gaan langzaam. Wat wil je weten? Wat ga je vertellen? Wat wil je bereiken? We laten het maar gebeuren en dringen bij Yung-Han aan op geduld en afwachten. En in ieder geval voorlopig nog geen reis naar Korea. Dat zou niets opleveren. Moeder en zus spreken geen Engels en er is nog geen basis om een gesprek van een uur te vullen. Laat staan weken in elkaars nabijheid te verkeren.

Dus wordt het Amerika en de komende weken zal ik dat eens uit gaan zoeken. Het zal wel Florida worden, met bezoek aan Walt Disney en andere attracties. Voor Paul terugkomt moet het rond zijn. Dat zal betekenen dat een tweede Europese stedentrip er voorlopig nog niet in zit. Je kunt niet alles hebben.
Genoeg interessante ontwikkelingen om de blog weer nieuw leven in te blazen en in de komende maanden weer met jullie te delen wat me bezig houdt. Daarover de volgende keer: over het vluchtelingenwerk, over de levensverhalen van ouderen, over de cliëntenraad en over de politiek. Las deze week een column waarin de schrijver zich afvroeg of democratie wel als vanzelf de beste leiders aflevert. Ik heb me vanaf het begin af aan afgevraagd of er in heel Amerika nou geen betere leider te vinden is geweest dan deze? En bij ons: zijn die 6 of 7 nu de mannen waarop we alle vertrouwen moeten hebben? Ik zou willen pleiten voor veranderingen in het kiesstelsel en dat de winnaar van de  verkiezingen alsnog een andere leider kan voorstellen: liefst een vrouw!


maandag 1 augustus 2016

KOMKOMMERTIJD


Kommertijd is een aanduiding voor de zomerperiode, waarin er weinig (politiek) nieuws en handel is. Terwijl het juist voor de komkommertelers een extra drukke tijd is, want die groente is er nu volop. Dus het kan ook een tijd zijn waarin er veel gebeurd, maar wellicht minder belangrijk. Zoals de komkommer ook niet de meest begeerde groente is. Daar kan een andere kok heel anders over denken.

ZEVENTIG.

Zo dus ook mijn terugblik over de afgelopen weken: want is het bereiken van het 70ste jaar na je entree op deze aarde nu van groot belang of gewoon een dag, waarop je 70 jaar gewacht hebt? Het was in ieder geval een gezellige dag met veel vrienden en bekenden. Vooral het weerzien met Guus, mijn vriend en klasgenoot, meer dan 50 jaar geleden in Weert, was een verrassing, maar dat geldt ook voor Nico, met wie ik 45 jaar geleden in Rijswijk bevriend raakte. Op zo’n dag komen dus veel herinneringen van al die jaren voorbij. Niet alleen uit het verleden, gelukkig, ook uit het heden en ook plannen voor de toekomst. Hoe lang of kort die ook moge zijn. Zeventig klinkt wel al echt oud…
‘Je bent zo oud als je je voelt’, zeggen we/ze dan en dan kunnen er nog wel wat jaartjes af. Voel me goed en gezond en dat bleek ook uit de jaarlijkse, medische check-up. Alles redelijk goed al blijkt mijn nierfunctie wel hard achteruit te gaan. De komende maanden wordt daar nader onderzoek naar gedaan. Het zal wel uitdraaien op een advies minder wijntjes te drinken. Er zijn echter nog steeds onderzoeken die beweren dat dat juist ‘gezond’ is.

BIJ DE TIJD.

Lekkere wijntjes waren in ieder geval een belangrijk element van ons bezoek aan Bourgondië. ‘Ons’, was dan Marcel, Tilly en Kees, die met Huberta het oude team vormden waarmee we in de tachtiger jaren een bijdrage leverden aan de actualisering van het katholiek jongerenwerk in de bisdommen Rotterdam en Haarlem. Of het wat heeft uitgehaald?
Daar gaan onze gesprekken niet zozeer over. Wel over hoe in die jaren de basis is gelegd voor dingen waar we nu nog in geloven, idealen die we nu nog nastreven en ambities die we nu nog hebben. Die moeten voor Huberta nog het grootst zijn, want we zijn (opnieuw) erg onder de indruk gekomen van wat zij daar realiseert in de schaduw van Vezelay aan de pelgrimsroute naar Compostella. En al weer veel gebeurd, sinds ik er enkele maanden geleden was, met Paul. Al drinkend en etend en rondtrekkend hebben we onze zorgen gedeeld en het is altijd weer een groot genoegen bij elkaar te zijn. Bij te tanken en te genieten van elkaars aanwezigheid. We komen altijd tijd te kort. Ik heb altijd het idee dat ik na zo’n ontmoeting weer ‘bij de tijd’ ben: weer weet wat echt belangrijk is, wat ik aan series op tv gemist heb, welke boeken ik nog moet lezen, welke steden of musea ik nog moet bezoeken en ’wat ik zeker niet moet doen’.
We zijn woensdagnacht vertrokken. Ik heb van Paul voor mijn verjaardag een ‘TomTom’ gehad en die heeft ons veilig door de nacht geloodst en ik moet zeggen dat het je wel rustiger doet rijden en ik moet/mag dan ook blij zijn met de verworvenheden van deze tijd. Mijn ex-collega’s hebben me ook meer verworvenheden van een smartphone bijgebracht en wellicht dat de blijdschap het nog ooit van de smart gaat winnen. Meestal ligt hij on-opgeladen ergens in huis en mis ik nogal eens een oproep. Het komt meestal wel weer goed.

"Hij leert het nog wel"
Scrap - art


Maar behalve deze instructies hebben we wat rondgereisd in de streek, waar we o.a. dit fraaie beeld aan een meer aantroffen dat me erg aan de scrap-art van Paul deed denken. We hebben aan een watertje gepicknickt, in een heerlijk restaurantje geluncht en rustig over lokale marktjes geslenterd. Daar mocht ik van mijn vrienden een hoed uitzoeken ‘voor het rijden’: staat ie goed?


hoe staat ie?

Zondags zijn we na de Lauden in de kathedraal van Vezelay weer naar huis gereden en we waren op tijd in Roermond waar de anderen de trein weer namen naar het Westen. Een geslaagd weekend.

METTERTIJD.

Op den duur zal het wel weer goed komen. Dat denk ik dan over de situatie in Uganda. Het verslag van Jos en Paul over de situatie daar was niet erg optimistisch. Er zijn veel dingen misgegaan en het is duidelijk dat ons abrupte vertrek nu bijna 2 jaar geleden bijna funeste gevolgen heeft gehad. De mensen waren niet voorbereid zelf de verantwoordelijkheid te moeten dragen en wellicht hebben we ze het ook te gemakkelijk gemaakt. Wij dachten dat we in de jaren die we nog hoopten te blijven te kunnen overdragen, maar dat is er dan niet van gekomen.
Van de andere kant hebben we moeten vaststellen dat er een hoop dingen wel gebeurd zijn en nog doorgaan. Ingrijpen is echter nodig en daar hadden Jos en Paul duidelijke adviezen over. Die heeft het bestuur omgezet in een ‘stappenplan’ en daar wordt nu door het bestuur hard aan gewerkt. Een van de eerste stappen was het Centrum tijdelijk te sluiten (er gebeurde nauwelijks nog wat), het personeel met verlof te sturen en een helder programma te maken voor de komende maanden. Op dat laatste wachten we nu nog en het bestuur is nu aan het kijken welke maatregelen nodig zijn de NGO daarbij te helpen. We hebben daartoe al een gesprek gehad met een Stichting die in Uganda een goed ondersteuningsprogramma kan bieden, maar het is ook niet uitgesloten dat Paul voor enige tijd weer terug gaat naar Uganda. Eerst wachten we op hun plannen en ondertussen gaat het bestuur hier rustig verder en hebben we o.m. een Nieuwsbrief uitgebracht, is er een expositie in de Wereldwinkel ingericht, een artikel in de plaatselijke krant verschenen en de verkoopvitrine in de Kringloopwinkel is ook weer opgefrist. Het blijft mogelijk (‘kisoboka’) en het komt goed, liet ook Thomas, de voorzitter ons vol optimisme weten.

het moet daar weer een beetje in evenwicht komen


En dat hoorden we ook van father Picavet, die we vorige week in Voorhout bezochten, vόόr zijn terugkeer naar Uganda. Hij werkte in Jinja; we gingen regelmatig naar zijn kerk in het centrum van de stad en hebben veel met elkaar opgetrokken. Waar we vooral profiteerden van zijn inzichten, want hij was meer dan 40 jaar actief in Uganda. Voor de kerst moest hij onverwacht met longklachten naar Nederland. Hij bleek ook hartstoornissen te hebben en is daar enkele weken geleden aan geopereerd. We hebben hem in Voorhout eerder bezocht en hij is ook een weekend in Boxmeer geweest. We hielden elkaar op de hoogte maar de aankondiging van zijn terugkeer was toch nog onverwacht. Fijn voor hem en hij ziet er naar uit zijn werk weer op te pakken, al wil hij het toch wel ‘kalm aan gaan doen’. Hij is tenslotte toch ook al 75.
Vanuit Voorhout zijn we nog bij Irmine en Lisette in Haarlem langs geweest en daar gezien hoe hun tuin bijna net zo weelderig bloeit als de onze. Jammer dat we er nog zo weinig in hebben kunnen zitten. De tuin is aanzienlijk verbeterd met vorig jaar en het is wonderlijk hoe het in een jaar totaal kan veranderen. Dankzij de goede zorgen van Paul.


tuin juli 2015

tuin juli 2016


TOENTERTIJD.

Tante Dora is 86 en dat geef je haar beslist niet. Ze woont nog zelfstandig in haar huis in St. Anthonis al komt ze niet meer op de bovenetage. Die hebben de kinderen afgesloten en ze hebben een wc en douche in de veranda gebouwd, het bed in de kamer en Tante Dora doet alles nog het liefste zelf. Gaat nog elke week naar de gymnastiek en de soos en geniet van de uitstapjes met de kinderen, zoals onlangs naar Amsterdam.
We hebben het echter meestal over het verleden. Daarvoor kom ik bij haar: om haar levensverhaal op te schrijven en daar vertelt ze met veel passie over. Alles in het dialect en soms moet ik echt goed nadenken wat ze bedoeld, wat ze meestal beantwoordt met “Witte gij da nie?” Nee dus en vaak wekt ze de indruk dat ze zich niet kan voorstellen dat iemand niet uit St. Anthonis komt. Ze is niet wereldvreemd en is in Lourdes geweest en al 2 keer naar haar zus in Canada. Haar wereld is haar dorp, waar ze iedereen kent en iedereen kent haar. Van de ‘goei werke, want ik help waor ik maor helpe kan’. Daarom mag ze dit jaar weer mee naar Lourdes. Ik hoop voor die tijd minstens de helft van het boek af te hebben en al haar ervaringen van toentertijd op schrift gesteld te hebben.
Een ander project, een project dat een bijdrage moet leveren aan een betere integratie van statushouders (‘erkende’ vluchtelingen) en inwoners van Boxmeer, is inmiddels afgerond en nu maar hopen dat er voldoende mensen positief op reageren. Dat zien we na de vakantie wel.

TIJDVERDRIJF.

We hebben geen bijzondere uitspattingen beleefd en geen opmerkelijke uitstapjes. Mijn voornemen dagelijks een half tot heel uur te fietsen, wordt nogal eens door dreigende regenbuien verstoord maar dan wandel ik maar wat langer met de honden.
We zijn een avondje gaan stappen toen de Boxmeerse harmonie optrad, samen met diverse blaasorkesten waar vrienden en vriendinnen in optreden. Uiteraard zijn we op stap geweest met de ‘Ronde van Boxmeer’. Dan kom je ook al je vrienden en bekenden tegen, al wordt het wel moeilijker ze te ontdekken tussen de meer van 40.000 bezoekers die dit evenement na de tour telt. De renners wel ontdekt maar die komen ook telkens langs al ontgaat dat 90% van het publiek, heb ik de indruk, want ze staan meer met hun rug naar het parcours en gericht op de podia waar de hele avond niet-fietsende artiesten optreden. ‘Ze zingen’, zeggen ze.
Het hoort bij het sociale leven in Boxmeer, zo als de Vaart en de Metworstrennen met carnaval en het blijft een genoeglijk tijdverdrijf. Menigeen in deze streek, stelt er zijn vakantie voor uit en de grote uittocht is en was dit weekend en dat is in de winkels goed te merken.
Ook wij hebben ons in de afgelopen weken bezig gehouden met de afrondingen van de voorbereiding van onze vakantie. Over 3 weken zitten we voor 3 weken in Kroatië en we kijken er echt naar uit. We hebben iedere week een ander huisje aan de kust en zakken zo af naar Dubrovnik en dan rustig in een week naar huis met nog een stop in een huisje in het Zwarte Woud. Castor en Polla gaan mee; we hebben ‘verkoelingsmatjes’ voor hen gekocht want we hopen dat de temperatuur daar aanzienlijk beter zal zijn dan hier.

Misschien wordt het hier ook nog goed weer. We hebben in ieder geval nog een uitstapje gepland naar Park Sonsbeek en Museum de Fundatie in Zwolle, waar enkele interessante exposities zijn. Een beetje cultuur snuiven voor we ons in het strandleven storten. Hoewel: ook Kroatië zit vol culturele hoogstandjes. Gaan we zien.


zondag 12 juni 2016

OMGEVLOGEN


Frankrijk

De reis naar Frankrijk, liep anders dan voorzien. Enkele dagen voor ons vertrek, stierf de peettante van Marcel en die zou juist in die dagen begraven worden. Dus werd dat ‘teamuitje’ geannuleerd en is het verplaatst naar juli.
We hadden op dat uitstapje gerekend en kwamen op het idee samen te gaan. We waren er al eens eerder geweest met Castor en Polla en op basis van die ervaring, hadden Huberta en Arno geen bezwaar. Castor en Polla al helemaal niet en we verbazen ons telkens weer hoe ze genieten van zo’n tocht en zich ter plekke met groot gemak aanpassen. Er waren nogal wat andere bezoekers, maar die  bleven ze meer aandachtig volgen dan dat ze er op uit waren die in hun leven te betrekken. Ze renden samen door de tuin en genoten van de speelruimte in Le Chemin. Wij ook en Paul bracht de nodige uurtjes in de tuin door en ik rond de keuken. Er was ontzettend veel gebeurd in de laatste maanden en nog voldoende uitdagingen. Over enkele weken gaan we weer eens kijken.



 Hoogtepunt voor mij was de lauden in de abdij van Vezelay, samen met monniken en zusters. De lauden zijn het ‘ochtendgebed’ voor de communiteit aan het werk gaat en het is een afwisseling van hymnes en psalmen en met name de afwisselingen tussen prachtige nonnenstemmen en het hele koor zijn ontroerend. In de viering werden ook de pelgrims gezegend op weg naar Santiago en die kwamen we de dagen er na regelmatig tegen. We hebben wat rondgetoerd en o.a. een bloemenmarkt bezocht en zo waren het uiterst gezellige dagen, die omgevlogen zijn.
De dag na terugkeer, derde Pinksterdag, was de 3-jaarlijkse reünie bij de Paters van de H. Geest in Gennep. Toen we nog het Wereldfestival in Gemert organiseerden, waren we vaste gast op deze jaarlijkse ontmoetingsdag. Toen nog op het Kasteel, nu in Gennep. Eens in de 3 jaar, worden niet alleen alle medebroeders uitgenodigd, maar ook de ex-medebroeders (en hun echtgenotes) en oud-studenten (mits ze in Gemert gestudeerd hebben). Zo kwam ik er nog 4 medestudenten nodig, maar ook vele oud-docenten en missionarissen die we kennen van werkbezoeken o.a. Paul Cuypers (Kameroen) en Albert de Jong (Kenia). Er zijn veel herinneringen opgehaald aan Weert en Gemert en met al die korte gesprekjes, vloog de tijd.

Uganda


“Je zult zien: het vliegt voorbij”, zeiden we tegen elkaar als we in de voorbereidende dagen wel eens vroegen of we het zonder elkaar zouden doorstaan. Misschien keken we er wel stiekem naar uit. Even gewoon geen rekening hoeven te houden met elkaar, andere impulsen toe te laten en weer eens anders kijken naar de wereld om je heen. We hielden dagelijks telefonisch contact en deelden de plezierige en minder plezierige dingen die Paul (en Jos) in Uganda tegenkwamen. De bestuurlijke chaos was groter dan verwacht en activiteiten waren er minder dan gehoopt. Veel onverklaarbare dingen, onderling wantrouwen en vooral gebrek aan initiatief. De Duitse adviseur bleek zowat alles in handen te hebben en het bestuur kijkt een beetje machteloos toe. Paul en Jos hebben met enkele pittige gesprekken en vergaderingen de zaak weer proberen vlot te trekken, maar of dat gelukt is, zal vooral de komende weken moeten blijken.
Het was voor Paul een feest nog door zoveel mensen gekend en erkend te worden (“When are you coming back?”) en voor Jos een feest dat mee te mogen maken. Dat er best wel wat tot stand is gebracht, maar het nu de kunst is dat te handhaven. Daar zal ook de komende tijd in Nederland veel aandacht aan besteed moeten worden.
Paul en Jos hebben genoten van de vele bezoeken bij de mensen thuis, onze goede vrienden als Bakali, Mukadas, Fred, Mirabu, Okello, etc., en van de spontane ontmoetingen in de wijk en in de stad met ex-straatjongens of jongens, die er nog steeds rondhangen. Genoten van de lekkere maaltijden bij Alba en vooral van een indrukwekkende safari, waar ze zomaar 4 leeuwen tegenkwamen. En de tijd is omgevlogen.
























Voor mij werd het ritme vooral bepaald door de 4-5 dagelijkse wandelingen met de honden. Normaal neemt Paul die veelal voor zijn rekening. Maar het is niet alleen maar een onderbreking van je dagritme, het is ook bijzondere ervaring ze te zien rennen en springen op open terrein en je ze echt ziet genieten van elkaar en van de natuur, met konijnen als hun grote favoriet.
Je gaat je dagen ook op andere dingen afstemmen als dat je met z’n tweetjes bent. Minder zorg en aandacht voor het eten, bijvoorbeeld. Stiekem genieten van ‘guilty pleasures’ als een show van Marc-Marie Huijbregts, Idols, ‘Ik vertrek’ en meer van dat soort tranentrekkende series. Dingen laten slingeren maar ook flink aan het opruimen. Ik koop een boormachine om links en rechts meer orde te brengen en zoek me rot naar dingen die allemaal “Paul?” heten.

Boxmeer

Ondertussen trok de ‘Vaart’ door de feestelijk versierde straten van Boxmeer. Boxmeer geniet ‘wereldfaam’ door de ‘Metworstrennen’ met Carnaval, de ‘Daags na de Tour’ na afloop van de Tour de France en ‘De Vaart’. En wellicht binnenkort door ‘De Overstroming’.
Eerst ‘de Vaart’: een plechtige optocht door de straten van Boxmeer, met honderden groepen van kinderen, muziekgezelschappen, bedevaartgangers en het altijd een genoegen de ‘grootste boeven/zuipers’ van het dorp met een plechtig gezicht als acoliet of vaandeldrager mee te zien marcheren in deze fraaie tocht. Ontstaan ergens in de 15de eeuw omdat een priester in de mis twijfelde aan de ‘omzetting’ van wijn in het bloed van Jezus. De wijn bruiste – als bloed – over de kelk en als bewijs bleef een prachtige vlek op de altaar dwaal achter. Die wordt nu ieder jaar rondgesjouwd en onder luid getoeter en historisch gebeier aan de wereld getoond. En het schijnt dat er ieder jaar meer volk op af komt!

De overstroming zal zeker ook bijdrage aan meer naamsbekendheid van ons dorp. Ook ik ben, na de berichten op het Journaal, gebeld door familie en vrienden uit het hele land ‘of ik het wel overleefd had?’ ‘Ja’, dus al heb ik wel angstige momenten gehad. Niet zozeer door het aanstormend water maar meer door de combinatie daarvan en het gebrul van Castor en Polla. Die hebben werkelijk een  trauma overgehouden aan hun ervaringen met donder en bliksem in Uganda. Veelal was dat ’s nachts en zij verbleven dan buiten. Eer het geweld van het weer en hun geblaf tot ons in de slaapkamer was doorgedrongen, waren zij in hun beleving al tientallen malen doorkliefd en tegen de muur gegooid. Trillend en jankend mochten ze dan naar binnen.
De recente wolkbreuk en duisternis, riep opnieuw deze schokkende ervaring op en het daarbij traumatische gedrag van op en neer rennen, mij voor de voeten lopen, janken en blaffen, de trap op onder het bed kruipen, op de badkamer schuilen, de hangkast in willen, op de bank springen…. En probeer dan maar eens een inschatting te maken of het water wel of niet de woning in komt. De vijver stroomde over en de hele tuin werd vijver. Turen of ik een goudvis tussen de viooltjes zou zien opduiken. Het terras werd vijver, een drempel van 5 cm. Op de badkamer begon het te regenen: het water in de goot kon het niet aan of zijn er dakpannen verschoven? Handoeken op de vloer. Boven sijpelt het water langs de muren en de straat is veranderd in een snelstromende zijrivier van de Maas. Het lawaai van donder en bliksem wordt versterkt door sirenes- van de brandweer vermoed ik. Castor en Polla denken dat zij opgehaald worden en lopen me niet alleen maar voor de voeten maar bijten zich er bijna in vast.
Het blijkt allemaal nog niks te zijn bij de ervaring van anderen in de buurt, wier huizen op instorten staan, kelders en woonkamers ondergelopen, vloerbedekking en meubilair verwoest. En dat wordt de komende jaren schering en inslag. De komende weken gaan we ons buigen over een ‘rampenplan’: berekend dat we met 10 zandzakken (zakken gratis bij de gemeente en er wordt op vele plaatsen in de buurt gebouwd) een heel eind komen en op zoek naar een therapie voor Castor en Polla maar wellicht dat we met 1 zak grote kluiven al een heel eind komen.
Fijn dat Paul er weer is om dat weer fijn samen te bespreken.

En verder in Boxmeer?

Een goede bijeenkomst gehad met de Taalcoaches van Vluchtelingenwerk en ook daar werd geconstateerd dat er toch veel meer nodig is om de integratie te doen slagen.
Begonnen met een nieuw levensverhaal te schrijven voor een dame van 88. Uit St. Anthonis en verder is ze volgens mij ook nooit gekomen en echt Nederlands kent ze ook niet.
Op bezoek geweest bij de internist, de laatste keer, want de goede man gaat met pensioen. Tot mijn spijt want ik vond hem altijd erg kundig, begaan en gevat. Hij heeft me doorverwezen naar een endoscoop en die schijnt meer van darmen te weten. Horen we in september meer van.
De klachten vallen mee en als je hoort waar anderen mee ‘kampen’ dan mogen we klagen. Vorige week naar het ‘Societeitsdiner’ geweest en dan hoor je zo het een en ander, dus dan zeg ik maar niks meer.
Ik heb een nieuw rijbewijs voor de komende 5 jaar en dat maakt je ook geschikt om op een tractor te rijden. Wordt een nieuwe uitdaging.
We hebben weer enkele zinvolle vergaderingen gehad met de cliëntenraad en de directie en dat wordt met alle wijzigingen in ons sociale bestel, ook uitdagend.
De grootste uitdaging wordt de komende week een beetje zicht te krijgen op de ontwikkelingen in Jinja en wat wij daar vanuit hier, nog aan kunnen doen. Op korte termijn bestuursvergadering en we hebben een expositie in de Wereldwinkel én we nemen deel aan een Afrikafestival in Nijmegen. Zo blijven we een beetje bezig.


Binnenkort 70. Gaan we vieren. M’n 30ste gevierd met een picknick in het Rijswijkse stadspark, met 40 op de flat in Rijswijk, met 50 een groot feest in klooster Elzendaal, m’n 60ste in m’n eentje op een terrasje bij het Gare du Nord in Parijs, omdat ik de trein naar Paul gemist had.
70: gewoon thuis, rustig met de hoop toch weer wat te kunnen bijpraten over, te kijken naar, te dromen van, te delen met…kisoboksasa…in de gloria.