Deze
blog zal vooral in het teken staan van het bezoek van Paul in Uganda. Zonder
meer omdat daar meer interessants gebeurt dan hier. Hier kabbelen de dagen
langzaam door en weinig schokkende dingen. Niet dat er in Uganda schokkende
dingen gebeuren, maar het is interessant om te zien dat onze missie lijkt te
slagen. De missie die we voor ogen hadden met Paul bezoek (de apathie
doorbreken) en voortgang stimuleren van wat we ooit begonnen zijn. Hij heeft
nog dertig dagen dat mooi af te maken; ik nog dertig in afwachting.
GEEN
VERVELING
Dat
afwachten gaat zonder dat ik me een moment verveel. Het verbaast me dat er elke
dag een lijst met dingen ligt waar ik aan moet beginnen en/of wat ik af moet
maken. Soms benauwd me dat, vaak daagt het me uit en ik heb de illusie dat er
ooit een eind komt aan al die lijstjes. Ik hoop het nog mee te maken.
Het
jaarverslag over 2016 van de Cliëntenraad van Sociom, waarvan ik secretaris
ben, is af. Daarmee rond ik waarschijnlijk ook mijn werkzaamheden daarbij af.
In goed overleg met de directeur bestuurder, hebben we afgelopen jaar overleg
gevoerd om medezeggenschap bij de organisatie beter/anders te regelen. O.m. met
ook de inspraak van vrijwilligers. Bij Sociom, de grootste welzijnsinstelling
in het Land van Cuijk, werken meer dan 250 vrijwilligers (naast 80
beroepskrachten en stagiaires). Het werkgebied omvat 32 dorpen en 1 stad
(Grave) en er wonen 90.000 inwoners. De Cliëntenraad gaat over in een Raad van
Overleg en Advies en daar komen minder leden in vanuit de oude CR. Aangezien
collega’s graag doorgaan, lijkt het mij een goed moment om er uit te stappen.
Zeker nu mijn laatste klus, het jaarverslag, is afgerond.
Komt
er dan tijd vrij? Nee, want ik coördineer bij datzelfde Sociom het werk van de
Taalcoaches van het Vluchtelingenwerk. Dat zijn er zo’n 25 en iedereen weet hoe
weerbarstig de materie is om van mensen van buiten ‘medeburgers’ te maken.
Taalonderwijs is daarbij een eerste stap. De Taalcoaches en ik hebben ook een
nieuw project ontworpen om burgers van Boxmeer meer bij de statushouders (de
mensen van buiten die in Boxmeer een woning hebben toegewezen gekregen) te
betrekken én andersom. Voor dat project hebben we nu een ruimte gekregen
(in het Jongerencentrum), professionele ondersteuning én een startsubsidie. Een
pilot tot de grote vakantie en ik heb op me genomen dat voorlopig te
coördineren en te helpen nieuwe vrijwilligers te vinden. Ik hoop dus dat deze
klus van tijdelijke aard zal zijn.
Dat
geldt ook voor de afronding van de twee levensverhalen. Het verhaal van Tineke
van 89 uit Haps en het verhaal van Dora van 88 uit St. Anthonis. Dat beide
dames op leeftijd zijn, legt soms een enorme druk op deze fase en zeker toen
Tineke in het ziekenhuis terecht kwam, was ik even bang dat haar leven eerder
zou zijn afgelopen dan haar verhaal. Enige spoed is dan ook wenselijk en ik heb
me voorgenomen de klus voor de Pasen te klaren. Nog bijna veertig dagen.
En
dan moet ik eigenlijk ook nog eens wat aan de tuin gaan doen.
CARNAVAL
De
dolle dagen zijn aan me voorbij gegaan. Ik ben bijna angstvallig binnen
gebleven en zelfs het wereldvermaarde ‘Metworstrennen’ heeft me niet kunnen
verleiden. Beelden van deze en andere gebeurtenissen, heb ik via lokale radio
en tv tot mij laten komen – om te kunnen meepraten – maar verder was ik erg
blij dat die dagen voorbij waren.
Ook
omdat carnavaleske vrolijkheid niet altijd echt vrolijk is. Bij het uitlaten
van de honden stoot je op lallende stellen en groepen en je moet maar afwachten
hoe ze op je reageren. Op maandag bij de wandeling in de avondschemering
(meestal ga ik wandelen als de Sport begint op 1, ben ik voor DWDD weer terug).
Tref bij het kerkhof een grote (zeker 20) luid zingende en brallende jongeren
aan. De liederen zijn van het (verboden) soort dat bij Ajax hoort. Als ze ons
in de gaten krijgen gaat het repertoire over – kan ook puur toeval zijn – in:
“Hij heeft (of is?) een hondenlul” (6x 6 x). We stappen dapper door. Polla en
Castor kijken schichtig en angstig achterom. Vooral Castor; hij voelt zich
duidelijk aangesproken, zeker omdat hun tempo hoger ligt dan het onze. Ik
besluit een zijstraat in te schieten.
De
Carnavalsdagen ook even, met Yong-Han op bezoek geweest bij mijn broer Kees in
Venlo. Bij hem was onlangs een tumor in een nier ontdekt en de beste optie leek
die nier dan maar te verwijderen. Dat was net voor die dagen gebeurd. Met
succes en het herstel verliep en verloopt uitstekend. Mooi is dan Yong-Han te
horen vertellen over de 2 dingen die nu een groot deel van zijn leven bepalen:
het contact met zijn Moeder en de reis naar Florida. Het is jammer dat zijn
Moeder nu al 3 weken niet op zijn brief gereageerd heeft, maar we hebben hem
steeds voorgehouden dat hij geduld zal moeten hebben. Dat geldt ook voor de
reis naar Amerika, maar dat is aanzienlijk concreter. De vliegtickets zijn
binnen, de optie op een auto ;ligt bijna vast en nu de hotelletjes nog. Ja, en
natuurlijk de keuze van de pretparken. We hebben besloten Paul daar niet bij te
betrekken. Had hij maar thuis moeten zijn. Zo is dat.
IN
ACTIE
In
de voorbije weken zijn de leerlingen van het Elzendaal College in Boxmeer
gestart met hun actie voor KisoBOKa. Dat doen ze nu al voor het 4de
jaar en dit jaar proberen we met hun hulp de computerschool weer van start te
krijgen. Tijdens een les heb ik uitgelegd wat we in Jinja deden en doen en we
hebben via Skype, live contact gehad met Paul en Fred. Was voor de leerlingen
een hele ervaring en we gaan dat ook zeker herhalen. Morgen moet ik weer heen
om concrete afspraken wat we op de ‘Goede Doelen Avond’ gaan doen, welke acties
en hoe we aan zo veel mogelijk geld komen.
Ik ben ook gestart met de ‘wijwaterbakjesacties’. Om een
of andere mysterieuze reden, staan de ruim 200 wijwaterbakjes nog steeds
onuitgepakt op de gang. Eerder hing deze verzameling – waar ik best trots op
ben – op onze slaapkamer. Na terugkeer, besloten we ze boven op de gang te
hangen; daar zouden ze beter uitkomen.
Daar waar de herinrichting van het huis – al weer 2½ jaar
geleden – uiterst snel en efficiënt is gebeurd, is het op een of andere manier
bij de bakjes gestopt. Het gevoel dat het dan definitief zou zijn. nooit meer
terug en een tijdperk afgesloten. Het een na laatste bakje heb ik gekocht in
Frankrijk en toen beloofd dat dat de eerste zou zijn die ik weer op zou hangen.
Dat heb ik ook beloofd, bij de laatste aanwinst uit Rome. En nu is het er van
gekomen.
Tenslotte nog 2 kleine nieuwtjes: vorige week was Polla
vreselijk ziek. Zee gaf alles over, tot 3 keer toe, ze at niet meer en bleef me
alleen maar onwerkelijk en hopeloos aankijken. Ik voelde me echt hopeloos en
alleen. Ze wilde niet mee wandelen en dus wilde Castor ook niet, d.w.z. die
wilde na 500 meter terug naar huis en daar was niets tegen opgewassen. Dan is
het fijn dat je lieve buren hebt, die met je meeleven en je geruststellen dat
dat wel eens voorkomt bij honden, waarschijnlijk iets verkeerds gegeten, een
pepertje misschien?
Toen Jan de volgende dag kwam om met Castor en Polla te
gaan wandelen was Polla al weer aardig op dreef en gisteren met Jan en Rita
naar de bossen: helemaal door het dolle heen.
Met Irmine. Lisette en Isara naar de dierentuin in
Overloon geweest. Dan zie je dat je echt niet naar Afrika hoeft voor de wilde
dieren. Zitten gewoon naast de voordeur.
Leeuwen in ZOO PARK OVERLOON |
ONDERTUSSEN IN UGANDA
Als Paul er op 15 februari aankomt, is het in Uganda flink
warm en er is nauwelijks regengevallen, hoewel het volop regenseizoen zou
moeten zijn. Op het terrein van Balidhabene, de oude catering-opleiding van
Alba, waar hij verblijft, wordt volop verbouwd. De dochter van Alba (Aulira),
die het pand nu beheert, heeft grootse plannen. Het moet een ‘Italiaans resort’
worden. Paul heeft er, in zijn eigen huisje, geen last van en kijkt op afstand
naar de strijd tussen moeder en dochter, die duidelijk van mening verschillen
over de toekomst. Maar Alba is er veel niet en gaat waarschijnlijk ergens
anders wonen.
In de eerste dagen zijn er problemen met de bank. Hij kan
geen geld opnemen want de regels zijn veranderd. Hij moet ‘ingezetene’ zijn van
het land. Dat wordt via Paul Okello snel geregeld die hem graag inschrijft als
inwoner van Makenke (“This is were you
belong”). Dat thuis gevoel krijgt hij ook overal waar hij komt en het gerucht
dat hij terug is verspreid zich als een bosbrand. In de wijk is weinig veranderd. Honderden vrouwen stoken nog steeds (illegaal) jenever en de mannen - en niet alleen zij - worden er dronken van.
Jeneverstokeij |
De tweede dag al, heeft Paul een ontmoeting met Sharifa
van Tusaidiane, directeur van de organisatie die voor KisoBOKa een
adviesrapport uitbracht over hoe het verder zou moeten. Later noemt ze hem – in
een mail naar mij – “An interesting man”. Ze was verrast dat we nog contact met
haar opnamen, omdat we over de uitvoering van het rapport nogal van mening
verschilden. Met Paul afgesproken haar later nog eens te consulteren over zijn
bevindingen. Daar is ze graag toe bereid.
In de eerste dagen gesprekken met Thomas en Remco. Deze laatste (de penningmeester) voelt zich
wel deel van het bestuur maar vindt dat er teveel van hem verwacht wordt. “Ze
moeten het zelf doen”. Daar heeft hij gelijk in, maar het is niet de meest
opvallende eigenschap van de meeste Ugandezen: zelf initiatief nemen. Het is
een van de missies van Paul: dat te stimuleren.
Paul geniet van zijn ‘thuiskomst’ in Makenke en ontmoet
veel bekenden, spreekt met Lydia en Peruth (verantwoordelijk voor het
rehabilitatieprogramma) en wisselt uitvoerig van gedachte met Paul Okello, die
weer zeer dankbaar is voor zijn nieuwe leesbril.
Hij ontmoet Anneke, die in Jinja een restaurant runt en
luncht met father Picavet, die zich in Uganda weer helemaal thuis voelt.
Met Bakali, onze trouwe huisvriend, verkent hij het
traject van de mogelijke trein. De regering heeft het plan opgevat een spoorweg
aan te leggen, dwars door deze slums. Een trein die van Kampala naar Jinja komt
– met dat traject zijn ze al bezig – en nu doorgetrokken wordt naar Kamuli. Er
gaan zelfs geruchten dat in Makenke het station van Jinja komt. De lagere
school – net met twee nieuwe lokalen uitgebreid – zou moeten verdwijnen, de
gemeenschapshal en de Middelbare Meisjesschool. En honderden hutten. De mensen
is compensatie beloofd, maar daar heeft niemand vertrouwen in. Het Centrum
ontspringt waarschijnlijk de dans.
de route van de trein; het centrum ligt halverwege de linkse weg |
De eerste geplande bestuursvergadering gaat mooi niet
door. Paul Okello zit op het politiebureau vanwege een landkwestie met de
school, waar hij voorzitter van het bestuur is. Twee andere bestuursleden zijn
uit solidariteit met hem ook op het bureau. Met een kleine delegatie worden de
taken van Paul besproken en prioriteiten opgesteld. Thomas – nu nog voorzitter
maar beoogd ‘Operating Manager’ heeft zijn baan als directeur van de Lagere
School nog niet opgezegd omdat hij “zekerheid wil hebben dat het bestuur in Nederland
met zijn benoeming instemt”. Paul heeft hem duidelijk gemaakt dat zijn
benoeming een zaak is van het lokale bestuur en hij heeft beloofd het voor het
einde van de maand te regelen. De bouw wordt geïnspecteerd en er zijn wat
kleine gebreken als een lek in het vrijwilligershuisje (verschoven dakpannen)
en een afbrokkelende muur bij de poort. Bakali krijgt opdracht dat te
herstellen.
Er zijn nog geen nieuwe activiteiten. Er worden plannen
gemaakt de komende maand te starten met cursus tailoring en hairdressing. Er
zijn cursisten die daarvoor al betaald hebben en de materialen zijn aanwezig.
Ook komt er snel een plan in ieder geval het kantoor te herstellen. Nu wordt
daarvoor het vrijwilligershuisje gebruikt.
Paul krijgt inzicht in hoe het ‘geitenproject’ verloopt.
In het verleden hebben 10 gezinnen een bok en een geit gekregen en de eerste
lammeren moeten afgedragen worden aan de NGO, die deze dan opnieuw weer uitzet.
De ‘boekhouding’ blijkt slecht op orde. De geit bij het huisje van de jongens
heeft ‘geproduceerd’ en de daaruit geboren stoere ram heet PAUL!
Er wordt hard gewerkt aan nieuwe projectplannen. Dat is
toch vaak erg lastig, omdat de stroom uitvalt of er geen internet is. Duidelijk
is dat het bezoek van Paul weer nieuwe energie geeft. Hij hoort de nieuwtjes en
de roddels en raakt weer vertrouwd met wat daar zo anders is als hier.
“ Een verhaal van
gisteren avond bij het eten van de heerlijke cake. Het onderwerp ging over het
gedrag bij Ugandezen bij een ongeluk en
dat ze daar bij ook dingen kunnen stelen van het slachtoffer. Een van de
gasten een Ugandees en goede prater vertelde over een televisie rapportage van
een dodelijk ongeluk in Kampala en ze hadden een interview met een boda boda
driver. Hij had het lijk naar het mortuarium gebracht en de familie ingelicht
met de telefoon van het slachtoffer. Hij vertelde hen de situatie en dat het
lijk daar is. But don’t forget this telephone is mine now!
Gebruik maken van
de situatie, goed werk, stelen???? Zo maar even een Ugandees verhaal.
Paul geniet van de vele ontmoetingen met de jongens van
de straat in de stad, met ex-straatjongens, maar het maakt hem ook weel
verdrietig dat er voor velen in 9 jaar tijd niets is veranderd. Hij ontmoet
enkele oud collega’s en Mirabu, die onze huishouding deed en heeft zelfs Jacob
aan de lijn, onze eerste housekeeper.
Met Mirabu en zoontje |
Op veel van die bezoeken wordt hij vergezeld door Fred en
Mukadas (onze chauffeur) en Fred komt ook regelmatig langs om hem gezelschap te
houden. Fred is er ook bij als ik met de leerlingen van het Elzendaal College
een Skypeverbinding met Uganda tot stand breng. Met zijn paar Nederlandse woordjes
verovert hij de harten van de leerlingen. Dat vraagt om een vervolg.
Paul spreekt uitvoerig met Peruth over de opvang van de
jongens. Best lastig omdat ze soms weer weglopen en denken het bij een andere
organisatie toch beter te krijgen. De in onze jaren opgezette samenwerking
tussen de diverse organisaties functioneert blijkbaar niet meer. Paul is van
plan dat nog uit te zoeken. Prioriteit heeft nu het eigen programma, dat niet
optimaal functioneert. Dat komt voor een deel door het zwangerschapsverlof van
Peruth. Anderzijds is er ook gekozen voor de gemakkelijke weg: stuur ze maar
naar de (lagere) school. Maar wat komt er dan terecht van ons ’10-stappenplan’
en is het naar school laten gaan, niet in eerste instantie een
verantwoordelijkheid van de ouders? Een gesprek dat zeker wordt voortgezet.
Aan het einde van de tweede week heeft Paul de
beschikking over ‘onze’ auto. Wij hebben die (een 8 persoons busje)
achtergelaten om gebruikt te worden door de NGO. Er zijn nogal wat mankementen
aan het ding gekomen en hij stond al maanden stil. We hebben hem op laten
knappen en hij is weer op de weg. Paul gebruikt hem vooral voor ritjes buiten
de stad en in rond Jinja laat hij zich vervoeren door een ‘boda-boda’, de
lokale brommertaxi.
Ter voorbereiding van een nieuwe bestuursvergadering
neemt hij met Paul Okello en Thomas de belangrijkste knelpunten door. Zo blijkt
dat alle contracten met de werkers verlopen zijn en niemand een nieuw contract
heeft. De groep ‘healthworkers’ heeft onenigheid over een zoekgeraakte lening
van 3 miljoen en bestuursleden klagen over het gebrek aan vergoeding. De
weekend-matron blijkt er vaak niet te zijn of steelt het eten dat voor de
jongens bestemd is en zo zijn er veel grote en kleine problemen.
Paul is niet uitsluitend en de hele dag met die
probleempjes bezig. Hij geniet regelmatig van de zon in de tuin of aan het
zwembad en gaat met regelmaat bij vrienden op bezoek. O.a. bij Bakali die in
deze dagen een tweede dochter krijgt. Hij werkt af en toe in de tuin van Aulira
(zaadjes heeft hij meegenomen) en geniet van de goede zorgen van de meiden van
het huis. Al in de eerste dagen heeft hij besloten niet zelf te koken en Aulira
gevraagd om samen met haar te eten. Een goed plan en nu koken ze regelmatig
samen.
Hij heeft samen met Aulira een bezoek gebracht aan de
tuin van het kinderziekenhuis, een juweel van een tuin, waar alles groeit en
bloeit en geurt. Ooit hadden we het idee ook een dergelijke tuin in Makenke te
starten en wellicht wordt dat plan nog eens gerealiseerd. Dat de tuin er nu zo
goed bij ligt komt ook doordat er die week flinke buien zijn gevallen.
Weliswaar kort maar het is voor veel mensen (vooral vrouwen) het sein om de
schop uit de hut te halen en de gaan spitten. De hoop dat er toch nog een
regenseizoen komt, groeit met iedere bui.
De derde week begint met een goede bestuursvergadering
met bijna het voltallige bestuur. Er worden veel besluiten genomen. Het
belangrijkste besluit is dat ieder bestuurslid de verantwoordelijkheid op zich
neemt voor een van de projecten. Paul benadrukt het belang van goede
communicatie met Nederland en het belang uit te zien naar selfsupporting. Twee
bestuursleden hebben daartoe een training gevolg georganiseerd door Wilde
Ganzen. Die moet ertoe leiden dat ze meer gebruik gaan maken van bronnen in
eigen land, meer projecten op te zetten die geld opbrengen en minder
afhankelijk worden van donoren in het buitenland. De deelnemers krijgen
gedurende het jaar begeleiding en er komt nog een follow-up training. In het
bestuur is de herbouw van het kantoor besproken, de hernieuwing van de
contracten, de ontmoeting met de jeugd en de gezondheidswerkers en het contract
met Thomas is getekend.
In die week heeft Paul enkele verwante projecten bezocht.
Het project van Harid, die in van de slums in de buurt probeert verwaarloosde
kinderen te helpen. Hij geeft workshops en trainingen en zijn werk breidt zich
steeds meer uit. Hij noemt Paul en Willem ‘zijn redders’ en Paul kent hem met
name van zijn begin tijd. De naam van zijn Stichting is ook duidelijk verwant
aan KisoBOKa (het is mogelijk). Zijn project heet ‘Tusobola’ en dat betekent:
‘we kunnen het’. Hij krijgt een deel inkomsten uit zijn meubelmakers-werkplaats
en hij wordt gesteund door Belgische vrienden, die hij heeft ontmoet tijdens de
City-tour (een initiatief van KisoBOKa). Zo werkt er nog van alles door en
liggen er zeker nog kansen voor samenwerking.
Naaiklasje bij Tusdobola |
Ook bijvoorbeeld met Luuk Eickmans, een Nederlander die
een succesvolle onderneming heeft in Jinja en met zijn project ‘Bike4work’
allelei projecten opzet waarin de fiets centraal staat. Veel wijkverpleegsters
in de dorpen, maken gebruik van zijn fietsen. Hij organiseert ook fietstochten
voor toeristen o.a. naar Soweto en Paul gaat nu kijken of ook een tocht naar
Makenke mogelijk is, inclusief workshops op het Centrum.
Hoogtepunt in die week was het bezoek aan het dorp van
Bakali. Die woont ergens in de bush-bush zo’n 80 km van Jinja. Aanleiding voor
een bezoek daar was het presenteren van de nieuwe dochter van Bakali en Sarifa
en daar vragen naar haar naam. Maar Paul wilde ook Bashir ontmoeten die we
jarenlang via het Schoolfonds hebben gesteund. Hij is echter uit Jinja weg
gevlucht omdat hij wordt beschuldigd van
doodslag toen hij een groep mensen op straat heeft aangereden. Hij gaat
nu proberen in het dorp een nieuw bestaan op te bouwen en was dolblij met de
gereedschapskist, die we ooit ontvangen hebben van ‘Vraag en Aanbod’ in
Nederland. Het reisje was ook een hernieuwde kennismaking met de
Bakali-familie, waar we in het verleden wel vaker geweest zijn. Paul was diep
onder de indruk van de armoe en het ontbreken van vooruitgang en voorzieningen.
Ze serveerden het beste maal wat ze konden voorzetten: gebakken mieren.
In zijn eigen woorden:
“ Dorp Bakali
geweest, de auto heeft het goed gehouden. Je moet water goed in de gaten houden
en bijvullen. De hele familie mee en Bakali in volornaat moslim mee. De familie
bij elkaar. Achter Kakira werden we gestopt door de politie. Mukadas zou in
gehaald hebben waar dat niet mocht en ze zouden de auto in beslag nemen voor 2
dagen en 100000sh als bon. Uit eindelijk heb ik me er mee bemoeid en kwamen weg
met “lunch” 50.000sh. Ze waren met te veel
om anders weg te komen en ik had geen zin om allerlei toestanden te
krijgen. Dus rustig verder getuft. De weg naar het dorp is droog en je wordt weer
eens op de feiten gedrukt hoe armzalig het leven op het platteland is. Als er
geen regen is kun je ook niet op het land werken en verder is er niets te doen.
De broer van Bakali heeft 5 kinderen dus ik zei dan kunnen die straks goed
diggen, maar ja dan moeten ze ook meer eten. We werden hartelijk ontvangen en
als snack 2 grote borden met gebakken mieren. Bij geklets en rondgehangen. Ik
vind het wel relaxed, het tempo in het dorp is laag. De dochter moest nog een
naam hebben en dat was ook een reden om naar het dorp te gaan. De familie zit dan bij elkaar om de naam te geven. Het
werd de naam van oma: Halituwa, wat
betekent “god zal geven”. Bashir was blij met zijn toolbox. Het duurde even voor hij door had wat er allemaal
in zat. Behoorlijk wat en goede dingen. Een goede lunch en hartelijk afscheid. Rond
5 uur weer thuis , een mooie dag.
Bakali (2de r) in vol ornaat. Linkls van hem zijn vrouw. De anderen zijn broers en zussen |
Het afgelopen weekend heeft Paul bij vrienden in Entebbe
doorgebracht en daar heerlijk gerelaxt in hun prachtige huis aan het
Victoriameer. Hij heeft echter ook de nodige tijd doorgebracht in het
ziekenhuis, waar Maarten is opgenomen met een bacteriële infectie op en in zijn
benen. Dat betekent bloedaders vernieuwen en huidtransplantaties en dat gaat
nog maanden duren. Anders dan bij ons wordt de niet direct medische zorg niet
door het ziekenhuis verstrekt. Dus Paul en Willemien hebben thuis soep voor hem
gemaakt en zelfs zuurkool. Hij heeft toegezegd dat hij daarvan op gaat knappen!
Voor de komende week staan gesprekken met de
gezondheidswerkers op het programma, gesprek met het district om de
NGO-papieren in orde te krijgen, werken aan het overzetten van de registratie
van het busje naar de NGO en uiteraard weer veel mensen ontmoeten in de wijk.
Zij zijn tenslotte de ogen en oren die het bestaansrecht van het Centrum moeten
aangeven en hoe dat opnieuw tot leven moet komen. Paul draagt daar een
behoorlijke steen aan bij en hij is nog niet op de helft!
En wij komen de tijd ook wel door. Wat zal ik blij zijn
als de verkiezingen voorbij zijn. Een echte overkill aan informatie en flauwe
kul. Voor mij staat de keuze vast. Ik heb Emiel als verslaggever bij de BLOS
(Boxmeerse Lokale Omroep Stichting) vanaf zijn entree in de plaatselijke
politiek gevolgd, vele pittige en prettige gesprekken gevoerd en veel pilsjes
samen gedronken. Na Raadsvergaderingen en andere ontmoetingen. Hij is ons ook
in Uganda trouw blijven volgen – Paul heeft nog met hem getennist - en we zien elkaar nog regelmatig. Hij krijgt
mijn steun en dan maar afwachten wat dat oplevert.